Schrijfstijl

Tips voor de schrijfstijl van je sollicitatiebrief

De tijd van formele brieven met stijve formuleringen is voorbij. De werkgever verlangt heldere, frisse en concrete taal én een stijl die bij jouw persoonlijkheid past. Deze tips helpen je hierbij.

  • Hou je brief bondig, sober en zakelijk.
  • Zeg het in je eigen woorden. Verval niet in standaardformuleringen of een verouderde stijl. Zo onderscheid je je van de grijze massa en toon je dat je vlot bent. Bijvoorbeeld niet: “Met dit schrijven wil ik me kandidaat stellen…” maar wel “Hierbij stel ik me kandidaat voor…” of “Ik stel me kandidaat voor…”
  • Blijf jezelf! Het is belangrijk dat je brief bij jou past. ’t Is niet de bedoeling dat de werkgever raar opkijkt als hij je uiteindelijk ontmoet. Ben je bijvoorbeeld iemand die moeilijke woorden gebruikt in het dagelijkse leven, dan hoef je je brief niet overdreven simpel te maken. En omgekeerd: gebruik je nooit moeilijke woorden, doe dit dan ook niet in je brief.
  • Ban de woorden ‘men’ en ‘worden’. Een actieve stijl spreekt veel meer aan dan een passieve. De lezer ‘ziet’ dan waar je het over hebt. Bijvoorbeeld niet: “Men was tevreden over mij”, maar “Mijn vorige werkgever was tevreden over mij”. En niet: “Ik werd ingeschakeld om klanten te begeleiden”, maar “Ik begeleidde klanten”.
  • Maak het de werkgever gemakkelijk om te volgen. Splits lange zinnen op in verschillende korte en gebruik voor een nieuwe gedachte een nieuwe zin of alinea.
  • Schrijf op een positieve manier. Bijvoorbeeld niet: “Ik bleef thuis omdat het me allemaal teveel werd”, maar wel “Ik heb bewust twee jaar voor mijn gezin gezorgd en wil me nu graag weer engageren.”
  • Breng wat afwisseling in je stijl. Begin niet elke zin met ‘ik’, gebruik ook eens een vraagteken of een uitroepteken, wissel korte zinnen af met wat langere…
  • Haal alle taalfouten uit je brief. Anders kom je onprofessioneel over. Schrijf bijvoorbeeld niet ‘Excell’ maar ‘Excel’. Schakel je spellingscontrole in, overlees je brief en laat hem ook nalezen door iemand anders. Zelf lees je op den duur niet meer wat er staat, maar wat je denkt dat er staat.

Bron: VDAB